Hollandsche Vlag Klik hier voor andere Nederlandse vertalingen

Met hartelijke dank aan Jürgen van Ooijen voor deze vertaling.
Draaibeweging

Boogschiettechniek = Draaibeweging

De meeste mensen denken dat boogschiettechniek een lineaire beweging is. Ook al geven ze, na enig aandringen, toe dat er enige draaibeweging plaatsvind. Echter, wij stellen dat het vrijwel uitsluitend een draaibeweging is.
Daarom willen we, als toevoeging op de KSL Schietcyclus, duidelijk maken dat boogschiettechniek vrijwel volledig bestaat uit draaibeweging, in plaats van de lineaire druk- & trektechniek, die veel boogschutters gebruiken. Biomechanisch is die laatste techniek niet de best mogelijke.
Dat mag een boute bewering lijken, maar laten we de rugspanning eens vanuit biomechanisch oogpunt bekijken.
Er zijn twee takken van biomechanica: Kinematiek en Kinetiek. Kinematiek is de leer van beweging zonder te letten op de oorzaak van de beweging. Die beweging kan liniair of circulair zijn. Zoals eerder opgemerkt, “We moeten loskomen van de gedachte dat de expansie ofwel de richting van de krachten, lineair verloopt en derhalve in lijn ligt met de richting van de pijl.” Als we inzien dat deze expansie niet slechts een lineaire druk- en/of trekbeweging is, maar het resultaat van een grote circulaire beweging (Ratio of Circulair Movement, zie stap 9 van de Schietcyclus op deze website) die bestaat uit: het brengen van het schouderblad naar de ruggengraat (kleine beweging); de ribben verbonden met het borstbeen (grotere beweging) en de trek- en boogarmen (grootste beweging) dan kunnen we die stelling ook waarderen.
Zoals gezegd is boogschiettechniek vrijwel volledig een draaibeweging. Er is slechts een deel lineaire beweging, dat is vanaf “Opzetten” (stap 6) tot en met “Ankeren” (stap 7). Daarom is het zo belangrijk de transformatiestap (stap 8) te hebben, waarin de lineaire beweging wordt omgezet in een draaibeweging. Bij een doorgaande beweging is die wisseling van lineaire- naar draaibeweging niet mogelijk.
Het principe van ”Narichten” is een ander biomechanisch principe dat duidelijk aantoont dat rugspanning een draaibeweging is. Het bestaat uit twee sleutel elementen – Spanning en Richting. De spanning is “rugspanning” en de richting is een draaibeweging. Gedurende het “Narichten” moet de schutter voortdurend de spanning in de rug voelen van het naar elkaar toe trekken van de schouderbladen. Dit niet alleen omdat het schouderblad aan de boogzijde naar de ruggewervel toekomt, maar omdat de borst zich “opent” ten gevolge van de draaibeweging.
De rotatie om de ruggewervel, kan duidelijk worden waargenomen op deze website bij de Schot Volgorde Gallerij van David Barnes, die wanneer je de verticale lijnen bestudeerd laat zien dat alle rotatie rondom zijn ruggewervel plaatsvind.
Waarom is de KSL Schietcyclus techniek biomechanisch superieur aan andere technieken? Dat is omdat deze techniek veel beter bestand is tegen de enorme psychische druk die wordt ervaren door schutters tijdens topwedstrijden zoals de Wereldkampioenschappen en de Olympische spelen.
Interessant onderzoek, uitgevoerd door Tom Parrish, USA Archery High Performance Manager, analyseert de hoogste gemiddelden van 3x12 pijlen wedstrijdresultaten van de kwart-, halve- en goudfinale wedstrijden vanaf de Olympische spelen van 2000 tot de Wereldkampioenschappen van 2005. Zie de lijst hieronder. Het zal niet verbazen dat bij de top vijf er drie Australische schutters zitten, die allen zijn gecoacht door coach Kisik Lee, gebruikmakend van de KSL Schietcyclus techniek.

12 ARROW MATCHES AVG.
(WAC + OLYMPIC - 2000-2005)
1 CUDDIHY AUS 113.3
2 FAIRWEATHER AUS 112.7
3 TORRES FRA 112.7
4 BARNES AUS 112.3
5 YEON KOR 112.3
6 YAMAMOTO JPN 111.7
7 IM KOR 111.3
8 FRANGILLI ITA 110.7
9 VAN ALTEN NED 110.0
10 GALIAZZO ITA 110.0
11 CHUNG KOR 109.7
12 PARK KOR 108.7
13 CHOI KOR 108.3
14 WUNDERLE USA 107.3
15 MORIYA JPN 106.3


KSL Logo
© 2005- KSL International Archery - All rights reserved